Studenten van het Hiepso in Kortrijk over de studenten van de Groeningestad
West-Vlamingen: honkvaste studenten
Met drie verschillende scholen en zevenduizendvijfhonderd studenten mag Kortrijk wel tot Vlaanderens studentensteden gerekend worden. Kan de stad al concurreren met Gent, Leuven en Brussel of slaagt hij er maar niet in de kinderschoenen te ontgroeien? Wat is het profiel van Kortrijk als studentenstad?
Gent, Brussel, Leuven, Kortrijk. Welke studentenstad past niet in het rijtje? Waar de eerste drie al gevestigde waarden zijn in het studentikoze landschap, is Kortrijk nog in volle opmars. Samen bieden de scholen Howest, KULAK en Katho een zestigtal afstudeerrichtingen aan. Welke troeven kan de stad uitspelen ten opzichte van zijn concurrenten? Schepen van Onderwijs Jean de Béthune ziet er grosso modo twee. Ten eerste verleent de kleinschaligheid de scholen een heel dynamisch karakter. Kleinere groepen garanderen een betere begeleiding, wat de slaagkans volgens de Béthune in Kortrijk groter maakt dan in andere studentensteden. Een tweede pluspunt is het aanbod van studierichtingen. ‘De hogescholen bieden unieke richtingen, zoals Ontwerpen en Maatschappelijke Veiligheid aan, waarbij ingespeeld wordt op de vraag van de arbeidsmarkt. Dit maakt de kans op een job groter’, aldus de Béthune.
Ook wat betreft infrastructuur en diensten scoort Kortrijk niet slecht. Studenten krijgen een gratis bibliotheekkaart, genieten van kortingen met hun studentenpas en rijden gratis met de bus. Via de vzw Mobiel kunnen ze ook aan zeer voordelige prijzen een fiets huren. Verder telt Kortrijk vier zwembaden en een tiental sportcentra. Hun culturele dorst kunnen de Kortrijkse studenten lessen bij diverse theatergezelschappen zoals Antigone en De Kreun of in het cultureel centrum. Ook het traditionele studentenvertier wordt verzekerd bij diverse studentenverenigingen, waarvan Aida, Centaura, Kulak en Sd’A de voornaamste zijn. De rector van KULAK, Piet Vanden Abeele mocht op 22 juni vorig jaar nog met trots verkondigen dat uit een tevredenheidspeiling, uitgevoerd door zijn universiteit, bleek dat de studenten gemiddeld goed tevreden zijn en blijven.
Voortrekker
Schepen Jean de Béthune ziet ook de toekomst rooskleurig in. De provincie West-Vlaanderen zal zich volgens hem steeds meer manifesteren en het zal een prominentere plaats innemen. Daarbij beschouwt hij Kortrijk als een voortrekker. Op het vlak van hoger onderwijs mikt hij op een studentenaantal van 10 000 studenten tegen 2012. Volgens de Béthune zal Kortrijk de grote studentensteden steeds meer op de hielen zitten en dit niet door ze na te apen, maar door zich een eigen profiel aan te meten. Vooral de samenwerking met Noord-Frankrijk zal kenmerkend zijn.
Honkvast
Ondanks de succesverhalen blijft Kortrijk voor menig student het kleine saaie broertje dat niet kan opboksen tegen zijn grote stoere broers, Leuven, Brussel en Gent. Maar Kortrijk wint aan terrein. Sinds vorig jaar verwelkomen ze nu ook Erasmusstudenten en er zijn onlangs aanvragen ingediend voor 110 bijkomende studentenkamers. Men plant een nieuwbouw in Hoog-Kortrijk en in de Spoorweglaan, Beheerstraat en Magdalenastraat zijn renovaties voorzien. Toch zit maar een beperkt aantal Kortrijkse studenten op kot, meerbepaald 1500 van de 7500, in Gent zijn dat er 50 000 van de 60 000, een in verhouding beduidend hoger aantal. Volgens schepen Jean de Béthune kunnen deze cijfers verklaard worden door de typische West-Vlaamse honkvastheid. Misschien moet die honkvastheid toch met een korrel zout genomen worden, want Gent wordt niet voor niks de studentenhoofdstad van West-Vlaanderen genoemd.
Toch blijkt uit rondvraag dat vooral de afstand een doorslaggevende reden is om binnen de eigen provincie te blijven en voor Kortrijk te kiezen. Deze nabijheid verklaart wellicht ook deels het lager aantal studenten dat op kot zit. De meeste studenten storen zich ook niet aan het kleinschalige karakter van Kortrijk. De grote drukte van gereputeerde studentensteden spreekt Ilse Vanseveren, eerstejaars ergotherapie niet aan. Ze prefereert het kleinere Kortrijk en vindt dat de stad studentikoos genoeg is. Ook Eva Sonneville, voormalig vice-praeses van Aida voelt zich in kleinere kringen in haar nopjes. Ze vindt Kortrijk gezellig en ziet het als een meerwaarde niet voor een traditionele studentenstad te kiezen: ‘Gezien mijn vrienden kozen voor Gent, werd ik in Kortrijk wel verplicht sociaal te zijn en zo heb ik vlugger vrienden gemaakt’. Ze vindt dat de stad veel doet voor zijn studenten, zoals nachtbussen inleggen op donderdagnacht. Ook de Kortrijkse studentenverenigingen moeten volgens haar geenszins onderdoen voor hun Gentse tegenhangers. Studente Charlotte Michiels daarentegen vindt dat het wel wat meer mag bruisen. Ze studeerde in Gent en mist de diversiteit aan cafés die je daar vindt. Een andere kritische noot is het busvervoer. Volgens studente Faïka Govaert rijden er ’s morgens te weinig bussen en sluiten de dienstregeling slecht aan op de schooluren. De Béthune is op de hoogte van de klacht en wil dit euvel verhelpen.
Het lijkt er dus op dat Kortrijks beperkingen in zijn voordeel uitspelen. Wie in een kleine, intieme stad wil studeren en toch wil genieten van een studentensfeer, vindt in Kortrijk zijn gading. Momenteel zullen de studenten die het groots zien echter nog de traditionele afritten Gent, Brussel of Leuven nemen. Dat Kortrijk op lange termijn éénzelfde imago als deze steden krijgt aangemeten is niet onmogelijk.
Annelore Debruyne